Protestantse Gemeente Hooge Zwaluwe
Protestantse Gemeente Hooge Zwaluwe
Uit de 'Oude Doos', Kerkblad mei 2008).

 

DE BANKEN EN STOELEN IN DE KERK VAN HOOGE ZWALUWE

 

De raad van de prins van Oranje besloot in 1778 om de banken en stoelen in de kerk van Hooge Zwaluwe voortaan tegen een vooraf vastgesteld bedrag (recognitie) aan de gemeenteleden te verhuren. Dat gold echter niet voor alle banken. Een aantal banken was gereserveerd voor bestuurders en notabelen. Welke banken dat waren werd aangegeven in het aan het besluit toegevoegde reglement met bijbehorende plattegrond van de kerk.

 


Op het bijgaand afgebeeld fragment van de plattegrond zien we de tuin met in het midden de preekstoel en daarachter een tweetal doorgangen, een naar de consistorie en de andere naar de zoldertrap. Voor de preekstoel was de plaats van de voorlezer. Deze is aangegeven met de letter Z. Aan weerszijden van de preekstoel zaten de leden van de kerkenraad. In het reglement lezen we dat bank A was gereserveerd voor de "regerende" kerkenraadsleden en bank B voor de leden van de "afgegane" kerkenraad. Volgens de op de plattegrond geschreven tekst zaten in bank A de diakenen en in bank B de ouderlingen. Zij hoefden voor het gebruik van de bank geen recognitie te betalen.

 

De met W aangeduide bank was gereserveerd voor de weduwe van Nicolaas Silvius en bank X voor de heer Pieter Ardonne. Waarschijnlijk hadden zij de banken voor langere tijd in hun bezit en kon of wilde men hen het recht om die banken te gebruiken niet ontnemen. Over de door hen te betalen recognitie lezen we in het reglement: "aan ieder van deselve soo veele plaatsen in die respective banken of gestoeltens als sij selvs sullen begeren, in dat vaste vertrouwen nogtans dat sij uijt hoofde bovengemelt voor ieder sitplaats in de gemelte banken, al was het dan maar uijt eene pure genereusiteit en om opentlijk te toonen dat sij niet minder willen sijn dan andere ingesetenen, mitgaders om deselve met een goed exempel voor te gaan, aan de kerk wel sullen willen betalen even deselve contante recognitie als waar op de plaatsen in de naast, voor en agter staande banken hier na sullen werden getaxeert of ten minsten soo veel minder als een ieders genereusiteit sal komen te gedogen." Kortom: men kon hen blijkbaar niet dwingen recognitie te betalen, maar vertrouwde er op dat zij net zoveel zouden betalen als de huurders van de eromheen staande niet gereserveerde banken.

 

(Wordt vervolgd)

 

Matti Herben en Ada Peele, 
Hooge Zwaluwe, 18 juni 2009