Predikanten tijdens reformatie (3)

 

Home
Omhoog
Predikanten tijdens reformatie (4)

(Uit de 'Oude Doos', Kerkblad mei 2005).
(Naar Inhoudsopgave 'Oude Doos')

Zwaluwse predikanten of pastoors tijdens de reformatie
(vervolg)

Op zoek naar een nieuwe predikant.

Op 20 april 1604 werd de schout van Lage Zwaluwe Adriaan Anthonisz. Brant naar Tilburg gestuurd om daar pastoor Jan Roompot uit te nodigen naar Zwaluwe te komen om 'op des gemeentens behage' een predikatie te houden. Blijkbaar zat Zwaluwe toen zonder eigen predikant. Jan Roompot is inder-daad gekomen en enkele dagen gebleven. Op 26 april begeleidde de schout en de schoolmeester hem via Geertruidenberg, waar het gezelschap in De Zalm dineerde, naar Raamsdonk.

Op 22 mei 1604 ging de schout opnieuw op stap, ditmaal naar Rucphen om daar de pastoor te vragen of hij de gemeente wilde komen bedienen. De pastoor was niet thuis, zodat de schout een nacht moest overblijven om hem alsnog te ontmoeten. Dat bleek verloren moeite te zijn omdat de pastoor juist een andere plaats had aangenomen. De teksten spreken van pastoor, doch kennelijk was predikant bedoeld, al waren in tal van gevallen de voorheen roomse pastoors tot de nieuwe religie overgegaan.

Tegen het eind van juni of het begin van juli 1604 gelukte het de gemeente weer een eigen predikant te krijgen. Het was Gooswijn Jansz. die soms heer Goesen werd genoemd. De gemeente liet hem met zijn familie per schuit thuis ophalen. In de schuit werd een half vat bier gedronken. Over deze predikant kunnen we meer vertellen dan over zijn voorgangers omdat hij veelvuldig onderwerp van gesprek was in de vergaderingen van de Classis Dordrecht. In de notulen van deze vergaderingen werd hij Gosewinus Johannes genoemd.

 

De Classis Dordrecht.

In 1600 omvatte de Classis Dordrecht een uitgebreid gebied, dat door veel stromen werd doorsneden. Het Hollands Diep en de Biesbosch vormden een geduchte barrière in de kerkelijke communicatie. Naast deze geografische scheidslijn was er ook een staatskundige en politieke scheidslijn met aan de ene kant het gewest Holland en aan de andere kant 'Brabant onder Hare Hoog Mogenden'. Het grote Hollandse deel van de Classis Dordrecht viel vrijwel samen met het baljuwschap Zuid-Holland. Het kleinere Brabantse deel werd vanuit Den Haag bestuurd. In 1614 scheidde het Brabantse deel zich af en vormde de Classis Breda. Na deze afscheiding bestond de Classis Dordrecht uit een vijftal ringen. Dat waren de ringen Dordrecht, Overwater, Strijense (Hoekse) Waard, Alblasserwaard (Lage Waard), Zwijndrechtse Waard (Riederwaard). Hooge en Lage Zwaluwe viel onder de ring Overwater.

De Classis kwam op gezette tijden voltallig bijeen. Tussen deze classisvergaderingen werden de lopende zaken waargenomen door gedeputeerden. Aangezien deze gedeputeerden in Dordrecht vergaderden, bestond deze groep van afgevaardigden uit predikanten van Dordrecht en de vlak daarbij gelegen plaatsen. Van de meeste van deze vergaderingen zijn de notulen bewaard gebleven. Deze zogenaamde classicale acta van de Nederlandse Hervormde (Gereformeerde) Kerk (1573-1620) zijn als bron gebruikt om de Zwaluwse predikant Gosewinus Johannes nader te belichten.

(Wordt vervolgd)

Matti Herben en Ada Peele, 
Hooge Zwaluwe, 17 april 2005

 

© 2003-2009: Protestantse Gemeente Hooge Zwaluwe - Nederland
Gewijzigd: 29-09-2011

Voor vragen, aanvullingen, commentaar: Webmaster Protestants Hooge Zwaluwe